De Morgen:
In Ik bestaat uit twee letters geeft Dautzenberg schaamteloos opening van zaken over zijn dagelijkse levenswandel. En die strookt niet echt met het heersende beeld van de ‘gevaarlijke schrijver’, lustig fabulerend en iedereen in de maling nemend. Integendeel, Dautzenberg komt uit deze heel diverse kronieken naar voren als een bijna goedmoedige loebas. […] Dautzenberg blijkt bovendien een blokkenlijmer, een man die zich het vuur uit de sloffen loopt om knarsentandende familieverhoudingen weer te versoepelen. ‘De Grote Vredestichter’ die met zijn moeder zeeslakkenhuisjes raapt of met haar naar een Valkenburgse sauna gaat. Of een vriend in hoge nood in huis opneemt. […] Ik bestaat uit twee letters bevat talloze fraaie, ontroerende jeugdherinneringen, gevat in kernachtige verhaalembryo’s, soms ook opgewekt door songs. Verwacht echter geen zoetsappigheid. Dautzenbergs helder en krachtdadig proza staat soms stijf van de ergernis en vertolkt zijn eeuwige gevecht met de binnen- en buitenwereld. […] Ik bestaat uit twee letters is buitensporig en overladen met uitwaaierende bedenkingen, verslagen van hardrockfestivals, gedetailleerde reisaantekeningen over Malta of Rome of (afspringende) onderhandelingen met potentiële opdrachtgevers. Maar verveling dreigt zelden. Scabreuze, seksueel getinte observaties zijn talloos (zoals de oorsprong van zijn angst voor C-cups) terwijl roddelkonten beslist aan de bak komen. […] Hoezeer we in dit dagboek de mildere, genereuze Dautzenberg aan het werk zien, besparen op plots opstekend venijn is niet aan de orde. (***½)