Er zijn twee typen schrijvers: auteurs die telkens weer hetzelfde boek schrijven en schrijvers die met elke titel die van hen verschijnt een ander beeld produceren. Er is echter één uitzondering: A.H.J. Dautzenberg. Met elk boek dat hij schrijft, toont hij een andere kleur van zijn palet en gebruikt hij een nieuw type kwast, maar in wezen hamert hij elke keer op hetzelfde aambeeld. Nu opnieuw. Dautzenbergs nieuwste roman Wie zoet is, is een moeilijk boek. Inhoudelijk, structureel en stilistisch […] Dautzenbergs roman is een doorgecomponeerd stuk, met heldere en duistere heen en weer verwijzingen, met toespelingen, met intertekstuele allusies en voorzien van alles wat een moderne roman vraagt. Maar Wie zoet is biedt meer dan een boeiend structuurexperiment, het verhaal zoekt grenzen op, slecht het taboe van de angstaanjagende goedheiligman, van verboden lust, maar schetst tegelijk de onbegrijpelijke en onnavolgbare wereld van een getraumatiseerde man die zijn eigen psychose zo onder woorden weet te brengen dat hij een tijd lang voor betrekkelijk normaal kan doorgaan. Dautzenberg rukt met elk boek aan de stutten van onze moraal in de hoop dat na de ineenstorting van de façade er iets overblijft dat een eerlijke analyse kan doorstaan.
Klik hier voor de hele tekst.