Met als kop ‘We zetten Dautzenberg in de spits’ publiceerde NRC Handelsblad op 6 maart een interview met bloemlezer Wim Brands. Hem wordt gevraagd om in te schatten welke drie Nederlandse schrijvers die in de afgelopen vijftien jaar zijn gedebuteerd in 2050 nog relevant zijn:
‘Brands zocht meer naar urgentie dan naar engagement. “Zoals Dautzenberg dat deed in Extra tijd, waarin hij op heel indrukwekkende wijze afscheid neemt van zijn zieke vader. Terwijl je de schrijver Dautzenberg in ander werk een gevoel van engagement ook niet kunt ontzeggen.” Als hij dan toch moet voorstellen wie er over 35 jaar in het eerste van Ajax spelen is Dautzenberg de eerste die opkomt. En vooruit: met Gustaaf Peek en Wytske Versteeg op de flanken.’
(Voor de goede orde: Dautzenberg haat Ajax.)
Een dag later in de Volkskrant opnieuw een interview met Brands:
‘Stel je voor dat de Nederlandse les zou worden gegeven door Piet Calis, met welk recent boek zou hij dan deze leerling hebben verleid? Met Extra tijd, denk, ik, het boek van Anton Dautzenberg over het laatste jaar van zijn vader, een fanatieke fan van Roda JC. De club dreigt te degraderen, de vader wil weten hoe het afloopt voordat hij sterft. Wie met dit boek geen scholieren weet te verleiden, moet een ander vak zoeken. Ik heb het boek overigens aangeraden. Het mocht niet op de lijst, omdat het onbekend was.’
In diezelfde editie van de Volkskrant een kort gesprek met Ernest van der Kwast. Hem werd gevraagd wie het Boekenweekgeschenk zou moeten schrijven. ‘Ik zou het van lef vinden getuigen als Anton Dautzenberg zou worden gevraagd.’