P.F. Thomése:
De eerste Grote Nederlandse Sinterklaasroman. Het was even wachten, maar hier is ‘ie dan. Je zou er zelf niet opkomen, maar Dautzenberg dus juist wel […] Wat hem in de Sinterklaasmythologie interesseert, is het gebruik van bedrog en hypocrisie om de moraal in stand te houden […] Je kunt de roman lezen als een gothic novel uit de traditie van Edgar Allan Poe. De Dautzenberg-fans weten nu genoeg. We zijn weer terug bij het barokke spektakel van zijn eerste verhalen, maar dan met tergende precisie heel langzaam en nauwkeurig uitgevoerd, tot je als lezer volkomen vastgedraaid zit in een toestand die je niet bepaald hebt nagestreefd. Het virtuoze aan deze roman is, behalve de welluidende wreedheid, het spel met het perspectief, waarbij goed en kwaad naadloos in elkaar overgaan, zonder dat je er als lezer iets tegen kunt doen […] Ik ben benieuwd of de leesclubjes uit Assen en Oss de nieuwe Dautzenberg bovenaan hun lijstjes zullen plaatsen, al zouden ze dat beter wel kunnen doen. Ze zouden er behoorlijk van opknappen […] A.H.J. Dautzenberg is een van die tamelijk zeldzame Nederlandse schrijvers van wie je geen boek ongelezen kunt laten.
De Volkskrant:
Behalve dat A.H.J. Dautzenberg dol is op controversiële onderwerpen speelt hij graag listige spelletjes die de lezer laten vragen of het nou menens is en in hoeverre de literatuur een vehikel moet zijn voor maatschappelijke standpunten […] Het oordeel dat Dautzenberg over de pedojagers heeft, ligt er duimendik bovenop. Interessanter is de wijze waarop het levensverhaal van de hoofdfiguur zich ontrolt. Arnold lijkt eerst nog een rare viezerik, maar allengs wordt duidelijk dat de man getraumatiseerd is. Op de momenten dat het om de verbeelding gaat, laat Dautzenberg zien wat hij als schrijver waard is.
NRC Handelsblad:
Op het nippertje blijkt Wie zoet is intelligenter dan gedacht: een postmodern metaboek, waarvoor Dautzenberg al zijn fictiekunsten én zijn reputatie inzette. Eigenlijk kun je het daarmee met een nieuwe blik opnieuw gaan lezen, maar toch: ook dan blijft het een onevenwichtige roman over een matig interessante psychopaat […] Wie zoet is krijgt uiteindelijk iets lekkers, maar het duurt tot de laatste tientallen bladzijden tot het zover is.
De Morgen:
Ook tijdens het lezen van zijn nieuwe roman begin je wel eens ongemakkelijk op je stoel te schuiven. Dautzenberg speelt in Wie zoet is een enerverend spel met waarheid en leugen, in een verhaal met een ingenieuze structuur […] Toch vergt Wie zoet is, dat met allerlei genres in de weer is, enig doorzettingsvermogen. ‘Dautzenberg is ene literaire activist. Ik bedoel niet alleen zijn acties in de media, maar ook zijn teksten zijn acties,’ vertelde P.F. Thomése tijdens de boekpresentatie. ‘Ze zijn bedoeld om een reactie te veroorzaken. Het doel is verwarring. De ontregeling van alle conventies.’ Daar is Dautzenberg met deze roman weer schaamteloos in geslaagd.
De Standaard:
A.H.J. Dautzenberg is de Nederlandse Dave Eggers. Ik weet het, de uitgever doet nu een dansje, en op de kaft van de volgende Dautzenberg zal staan dat hij de Nederlandse DAve Eggers is. Terwijl ik dat niet uitsluitend positief bedoel […] Dautzenberg is meesterprovocateur, mythomaan en zo nu en dan ook schrijver […] De interviews zijn het interessantste stuk van de roman. Elke sinterklaas geeft zijn eigen interpretatie aan de goedheiligman […] De interviews worden onderbroken door hoofdstukken in dialoogvorm (ja, zoals bij Eggers), waarin we meeleven met één bepaalde sinterklaas die door de hoofdpersoon is gegijzeld (ja, precies hetzelfde opgezet als in Uw vaderen) […] Wie zoet is is, alles welbeschouwd, een typische Dautzenberg. Als je dit door de vingers ziet en weigert je aan dat te ergeren, blijkt je schoen toch nog behoorlijk gevuld.
Brabant Cultureel:
Er zijn twee typen schrijvers: auteurs die telkens weer hetzelfde boek schrijven en schrijvers die met elke titel die van hen verschijnt een ander beeld produceren. Er is echter één uitzondering: A.H.J. Dautzenberg. Met elk boek dat hij schrijft, toont hij een andere kleur van zijn palet en gebruikt hij een nieuw type kwast, maar in wezen hamert hij elke keer op hetzelfde aambeeld. Nu opnieuw. Dautzenbergs nieuwste roman Wie zoet is, is een moeilijk boek. Inhoudelijk, structureel en stilistisch […] Dautzenbergs roman is een doorgecomponeerd stuk, met heldere en duistere heen en weer verwijzingen, met toespelingen, met intertekstuele allusies en voorzien van alles wat een moderne roman vraagt. Maar Wie zoet is biedt meer dan een boeiend structuurexperiment, het verhaal zoekt grenzen op, slecht het taboe van de angstaanjagende goedheiligman, van verboden lust, maar schetst tegelijk de onbegrijpelijke en onnavolgbare wereld van een getraumatiseerde man die zijn eigen psychose zo onder woorden weet te brengen dat hij een tijd lang voor betrekkelijk normaal kan doorgaan. Dautzenberg rukt met elk boek aan de stutten van onze moraal in de hoop dat na de ineenstorting van de façade er iets overblijft dat een eerlijke analyse kan doorstaan.
Recensieweb:
Schrijvers als A.H.J. Dautzenberg zijn schaars. Waar veel auteurs vandaag de dag op safe lijken te spelen in onderwerpkeuze, vertelperspectief, stilistiek of compositie, daar zoekt Dautzenberg de ‘rafelranden van de moraal’ op. Zijn vastberaden en stevig gegronde maatschappelijk engagement, in combinatie met zijn experimenteerdrift op vormelijk niveau, onthullen de diepgewortelde ambities die aan zijn tiende boek ten grondslag ligt […] Qua compositie is Wie zoet is ronduit briljant te noemen […] De twee subjectieve en onbetrouwbare perspectieven zijn samen zeer effectief: het tweede perspectief trekt het eerste in twijfel, en (in mindere mate) vice versa. Constant vraag je je af wie nu wat op zijn kerfstok heeft […] Dautzenberg maakt – weliswaar nergens expliciet, maar tussen de regels door – een statement: wat we voor waar aanzien, is slechts een kwestie van perspectief, afhankelijk van de verhalen waarin we geloven. Extrapolaties naar allerhande maatschappelijke kwesties zijn snel gemaakt.
ThePostOnline:
Het is, zoals we gewend zijn bij Dautzenberg, opletten geblazen. Die vormwisselingen zijn echter geen aanstellerig gejongleer met literaire kunstjes, maar staan volledig in functie van de thematiek […] De vele verwijzingen naar het Oude Testament en het boek Openbaringen, in combinatie met het actuele decor, maken inzichtelijk hoe de men door alle tijden heen in benauwde situaties direct weer op zoek gaat naar een zondebok […] De verschillende vormen en perspectieven maken de verstrengeling van onmacht en schuld op knappe wijze inzichtelijk […] Toch is het ook een warm en menselijk boek, dat bij vlagen weet te ontroeren, en bij nader inzien vanaf de eerste pagina lijkt op te roepen tot zachtmoedigheid, vriendelijkheid en gelijkmoedigheid. Juist in het aangezicht van onze onmacht moeten we boven alles medemenselijk blijven.
Tzum:
Een probleem dat ik echter vaak heb met plot twists is dat je – meestal pas helemaal aan het einde van een vertelling – met terugwerkende kracht waardering moet zien op te brengen voor dit compositorische vernuft. Van invloed op het directe leesplezier is zo’n twist zodoende nauwelijks. Hooguit kun je achteraf, terugbladerend, nog waardering opbrengen voor het strategische kruimelspoor dat je in eerste instantie mogelijk over het hoofd zag. Maar als ik dergelijke overdenkingen even opschort, de roman de tijd geef om na te gisten, en de ronduit smeuïg opgetekende onttakeling en enkele ijselijke flashbacks bij de aanvankelijke verwondering optel, dan kan ik toch moeilijk anders dan concluderen dat ik met deze laatste zeventig pagina’s van Wie zoet is sterke literatuur in handen heb.
Brabants Dagblad:
Dautzenberg speelt een duizelingwekkend, tragikomisch spel met de lezer. De interviews zijn even grotesk als geestig. Maar Dautzenberg zou Dautzenberg niet zijn als hij de lezer alleen liet lachen. Er dient natuurlijk wel een taboe geslecht, in het algemeen het taboe op zogenaamd vreemd gedrag […] Wie zoet is is geschreven in een directe stijl, waarin dialogen er eerder als zweepslagen uitkletsen dan dat ze voortmurmelen als filosofieën. Die zinnen zijn doorgaans kort, wat de spanning verhoogt en de snelheid ten goede komt. Het wordt uiteraard spannend, omdat Dautzenberg zich weer eens aan perversiteiten te buiten gaat. Waanzin en geweld domineren de sfeer.
De Gazet van Roosendaal:
Anton Dautzenberg zou best eens de geschiedenis in kunnen gaan als de auteur die de Goedheiligman de finale steek heeft toegebracht […] Dautzenberg heeft deze uitermate zwarte roman gebaseerd op het waargebeurde verhaal van een man die in zijn jeugd zwaar getraumatiseerd is geraakt […] Hoe macaber ook, het boek is uitermate geschikt om – mits de regisseur kan beschikken over een topcast – verfilmd te worden.
Mixed Grill:
De roman lijkt over Sinterklaas en jeugdtrauma’s te gaan, maar gaandeweg komen er nog diepere lagen bloot te liggen […] In eerste instantie lijken de delen als puzzelstukjes bij elkaar te horen, maar aan het einde blijkt dat er iets toch niet helemaal klopt. Deze manier van vertellen en het thema deden denken aan de laatste roman van Dave Eggers, maar Dautzenberg gaat nog een paar stappen dieper […] De verhaal speelt heel knap met de waarheid, perceptie, meningen op internet, populisme en vooroordelen […] In een tijd dat iedereen heel simpel zijn verhaal kwijt kan op het internet en er altijd mensen zijn die alles geloven wat ze lezen is het goed dat Dautzenberg laat zien wat daar de gevolgen van kunnen zijn.
L1:
Een mooi boek, een gruwelijk boek, een hilarisch boek.
Omroep Brabant:
Een donker boek.
CLEEFT:
A.H.J. Dautzenberg zaait ook in zijn nieuwste boek overtuigend verwarring […] En zelfs nadat het boek is dichtgeslagen, is het nog niet honderd procent opgehelderd. Werkelijkheid en waanbeelden lopen namelijk in elkaar over en door elkaar heen in het boek. Hiermee wordt de leefwereld van een ernstig gestoorde man op geloofwaardige wijze nagebootst. Maar ondanks deze vage sluier is het verhaal geen zware kost. De korte zinnen en soepele schrijfstijl van Dautzenberg zorgen ervoor dat de pagina’s goed weglezen.
Ionica Smeets:
Las Harten Sara van Thomas Novelist en dacht “Wat een vreemd boek.” Maar toen las ik Wie zoet is van A.H.J. Dautzenberg. Nog vreemder.
GoodReads:
Onthutsende roman over de duistere gruwelkronkels van een ontspoorde waanzinnige, een soort maagd Marino, maar dan met 7 Sinterklazen, een Rode Ridder en veel Jung… Een Dautzenberg in goede vorm, kortom.
Joubert Pignon:
Een fantastisch boek. De ultieme Sinterklaasroman.
Nederlandse Bibliotheek Dienst:
Net als in voorgaand werk is de auteur (1967) ook in dit boek provocerend. Een hoofdpersoon die in een andere wereld leeft met gedachten die gewelddadig en beladen met seksualiteit zijn. Hij draagt een last uit het verleden waar hij niet mee om weet te gaan en gaat over tot krankzinnige acties. De grens tussen goed en fout, waarheid en fictie is tot aan het einde schimmig. Sterke, spannende opbouw en actueel thema. De wereld van een psychiatrische patiënt wordt realiteit door de intieme gedachten en het perspectief.